Uitwerking Baangerelateerde investeringskorting bekendgemaakt

pexels-lukas-684387.jpg

Uitwerking Baangerelateerde investeringskorting bekendgemaakt

Het kabinet wil bedrijven met een nieuwe investeringskorting, de Baangerelateerde investeringskorting (BIK), stimuleren om tijdens de coronacrisis te blijven investeren.

De al aangekondigde uitwerking van deze nieuwe tijdelijke regeling met een looptijd van twee jaar, is maandagmiddag laat naar de Tweede Kamer gestuurd door staatssecretaris Vijlbrief van Financiën.

De vormgeving van de regeling
De BIK-regeling, waarvoor in totaal € 4 miljard beschikbaar is, zorgt ervoor dat bedrijven blijven investeren in bijvoorbeeld nieuwe machines en zorgt ervoor dat bedrijven investeringen naar voren halen die anders zouden worden uitgesteld. Bedrijven kunnen deze kosten verrekenen met de loonheffing.

De BIK is daarmee een investeringsregeling die qua systematiek goed overeenkomt met de Wet bevordering speur- en ontwikkelingswerk (WBSO). Deze systematiek heeft als voordeel dat eenzelfde investering voor alle bedrijven (met voldoende werknemers) gelijk is, en niet alleen ten gunste komt van bedrijven die winst maken. Na 31 december 2022 houdt de regeling op te bestaan. De regeling is zo vormgegeven dat het merendeel van het geld bij het mkb terecht komt.

Voor de herkenbaarheid bij bedrijven is voor diverse onderdelen aangesloten bij de vormgeving van de Kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (KIA). In de eerste plaats komt de reikwijdte van de BIK overeen met de reikwijdte van de KIA als het gaat om de te stimuleren bedrijfsmiddelen. Dat geldt grotendeels eveneens voor de reikwijdte van bedrijven die voor de regeling in aanmerking komen. Voor de toepassing van de BIK wordt ook zoveel mogelijk aangesloten bij de voor de KIA gangbare begrippen.

De investeringskorting geldt alleen voor nieuwe investeringen in bedrijfsmiddelen, waarvan de investeringsverplichting is aangegaan op of na 1 oktober 2020. Daarbij moeten de investeringen tussen 1 januari 2021 en 31 december 2022 volledig zijn betaald en binnen zes maanden na die volledige betaling in gebruik zijn genomen.

De verwachting is dat circa 60% van de BIK-afdrachtvermindering terechtkomt bij het mkb. Dat betekent dat van de € 2 miljard per jaar, € 1,2 miljard bij het mkb terecht komt. Dat komt mede door de vormgeving van de korting:

  • bij investeringen tot € 5.000.000 per kalenderjaar krijgen bedrijven een korting van 3% van het investeringsbedrag;
  • bij investeringen boven € 5.000.000 krijgen bedrijven een korting van 2,44% van het investeringsbedrag;
  • voor alle aanvragen geldt daarnaast een ondergrens van € 1500 per bedrijfsmiddel en € 20.000 per aanvraag.


De BIK is – zoals eerder ook al bekendgemaakt – een aanvulling op bestaande stimuleringsmaatregelen. Voor kleinere investeringen (door het mkb) kunnen de BIK en de KIA samengaan. Bedrijven die groene investeringen doen, kunnen profiteren van de BIK in combinatie met de Energie-investeringsaftrek (EIA), de Milieu-investeringsaftrek (MIA) of de Willekeurige afschrijving milieu-investeringen (VAMIL). Hierdoor worden ook groene investeringen nog aantrekkelijker, aldus Vijlbrief.

Uitvoering bij RVO en Belastingdienst

De regeling wordt uitgevoerd door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) in samenwerking met de Belastingdienst. Bedrijven die voor de regeling in aanmerking willen komen, kunnen wegens uitvoeringstechnische redenen wel pas vanaf 1 september 2021 een aanvraag doen bij RVO. Een aanvraag kan gelijktijdig voor meerdere investeringen in bedrijfsmiddelen gedaan worden. Een bedrijf kan maximaal één keer per kwartaal een aanvraag doen.

De maximale doorlooptijd voor de afgifte van een BIK-verklaring nadat de aanvraag door RVO is ontvangen is vervolgens twaalf weken. Na ontvangst van de verklaring kunnen bedrijven de korting verrekenen met de loonheffing.

Uitwerking in lagere regelgeving
Op dit moment wordt verder gewerkt aan de invulling van de regeling in lagere regelgeving. In deze lagere regelgeving wordt uitgewerkt hoe het precieze aanvraagproces verloopt en welke bewijslast moet worden aangedragen.  Met een mkb-toets wordt hiervoor ook de input van ondernemers gevraagd om een proces te realiseren met zo min mogelijk regeldruk. De planning is om deze regelgeving op 1 januari 2021 afgerond te hebben.

Eind 2021 wordt overigens op basis van de aanvragen tot dan toe en het budget dat daarmee samenhangt, bekeken of het nodig is de percentages van de korting naar beneden of boven aan te passen voor 2022. Dit zal uiterlijk 15 december 2021 bekend worden gemaakt, zo meldt Vijlbrief.

Gepubliceerd op 06-10-2020