SDE+ 2018: opnieuw € 12 miljard, verdeeld over twee rondes

zonneenergie.jpg (2)

SDE+ 2018: opnieuw € 12 miljard, verdeeld over twee rondes

NIEUWS - Minister Wiebes van Economische Zaken en Klimaat (EZK) heeft de Tweede Kamer per brief geïnformeerd over de vormgeving van de stimuleringsregeling voor hernieuwbare energieproductie in 2018.

De stimuleringsregeling voor hernieuwbare energieproductie, oftewel het Besluit stimulering duurzame energieproductie (SDE+) zal in 2018 opnieuw twee keer worden opengesteld.

Voor- en najaarsronde
Er komt in het voorjaar van 2018 € 6 miljard beschikbaar voor nieuwe projecten voor opwekking van energie uit duurzame bronnen zoals wind, zon, biomassa, geothermie en water. Voor het najaar van 2018 komt naar verwachting opnieuw een bedrag van € 6 miljard beschikbaar, maar Wiebes zal daar pas een definitief besluit over nemen na de sluiting van de voorjaarsronde (en mede op basis van de uitkomsten van die ronde).

De voorjaarsronde zal open staan van 13 maart 2018 tot en met 5 april 2018. Het maximale basisbedrag waarvoor technieken aanspraak kunnen maken op de SDE+ is net als vorig jaar € 0,13/kWh. In de eerste week van de openstelling kunnen alleen projecten met technologieën met een basisbedrag van maximaal € 0,09/kWh indienen. Vervolgens wordt de regeling stapsgewijs opengesteld voor duurdere projecten tot aan de fasegrens van achtereenvolgens € 0,11/kWh en € 0,13/kWh. Technieken met een basisbedrag hoger dan € 0,13/kWh kunnen ook aanspraak maken op de SDE+, maar voor deze projecten zal niet de gehele onrendabele top worden vergoed.

De exacte data en de voorwaarden van de najaarsronde wil Wiebes vóór 1 juni 2018 bekend maken, zo laat de minister weten.

Technieken SDE+ 2018
De SDE+ zal ook in 2018 open worden gesteld voor projecten die energie opwekken uit hernieuwbare bronnen zoals wind, biomassa, zon, geothermie en water. Per categorie worden jaarlijks specifieke eisen en voorwaarden vastgelegd. In de nu gepubliceerde brief geeft Wiebes per categorie voor 2018 een toelichting. Hieronder enkele bijzonderheden.

Windenergie
De basisbedragen voor projecten met wind op land, wind op primaire waterkeringen en wind in meer dalen flink ten opzichte van 2017. Dit heeft zowel te maken met een daling van de totale kosten als een stijging van het aantal vollasturen doordat nieuwe turbines bij dezelfde windsnelheden een groter aantal vollasturen kunnen realiseren. Dit resulteert in een lagere kostprijs per kWh en daarmee een lager basisbedrag.

Thermische conversie
Om een groter potentieel aan warmteprojecten te ontsluiten heeft er overleg met de sector plaatsgevonden en wordt er in de SDE+ 2018 geëxperimenteerd met een zogenoemde warmtestaffel voor de categorie ketel vaste of vloeibare biomassa ≥ 5 MWth. Binnen deze categorie wordt het mogelijk gemaakt om projecten in te dienen met een maximum aantal vollasturen tussen de 3000 en 8500.

De categorie biomassavergassing wordt uitgebreid zodat ook gebruik kan worden gemaakt van B-hout. Vanaf 2018 worden de categorieën thermische conversie van biomassa uitgebreid zodat ook de geproduceerde elektriciteit subsidiabel is voor hetzelfde basisbedrag. De elektriciteit mag met een bestaande stoomturbinegenerator worden opgewekt. Dit betekent dat geen aparte categorieën voor warmtekrachtkoppeling meer worden opengesteld zodat de regeling eenvoudig en efficiënt blijft, en strategisch gedrag wordt beperkt.

De categorieën kleine biomassaketels en stadsverwarming op basis op houtpelletsstel worden in 2018 niet opengesteld. Voor de categorie kleine biomassaketels geldt dat het verwachte subsidiebedrag naar verwachting niet opweegt tegen de administratieve en uitvoeringslasten waardoor het niet effectief zou zijn om deze ketels via de SDE+ te subsidiëren. Voor de categorie stadsverwarming op houtpellets is het Wiebes op dit moment nog onvoldoende duidelijk of het nodig is om deze categorie open te stellen.

Vergisting
In de SDE+ 2018 is het in de categorie voor kleinschalige vergisting van dierlijke mest, net als in de Regeling monomestvergisting 2017, niet langer toegestaan om 5% co-producten aan de mest toe te voegen. De categorieën voor grootschalige monomestvergisting en covergisting worden samengevoegd in één categorie (co)vergisting.

In overleg met de Unie van Waterschappen stelt Wiebes verder een techniekneutrale categorie open voor de productie van extra biogas uit zuiveringsslib. Bij de aanvraag moet aangetoond worden dat het project de biogasproductie met minimaal 25% kan verhogen. Dit is een aanzienlijke stroomlijning en vereenvoudiging ten opzichte van eerdere openstellingen van de SDE+, aldus de minister.

Zonne-energie
Binnen de categorie zonne-energie vallen de opwekking van hernieuwbare energie met fotovoltaïsche panelen (zon-PV) en zonthermie. Zowel zon-PV als zonthermie nemen een steeds groter aandeel in, in de SDE+. Als gevolg hiervan groeit zowel het aantal projecten als de diversiteit aan projecten. Hierdoor acht Wiebes het wenselijk om de categorieën voor zon-PV en zonthermie verder te verfijnen om overstimulering te voorkomen.

Voor zon-PV wordt er in de SDE+ 2018 een onderscheid gemaakt tussen de elektriciteit die op het elektriciteitsnet wordt ingevoed en de elektriciteit die zelf wordt gebruikt, op basis van de Garanties van Oorsprong (GVO’s) uitgegeven door CertiQ. Voor beiden wordt een apart correctiebedrag en een aparte basisenergieprijs vastgesteld. Indien projecten een deel van de opgewekte energie zelf gebruiken treedt er namelijk een voordeel op in de vorm van vermeden energiebelasting, ODE en transportkosten. Gebleken is dat bij zon-PV een groot deel van de opgewekte elektriciteit zelf wordt gebruikt in plaats van in het elektriciteitsnet wordt gevoed.

De categorie zonthermie wordt gesplitst in twee categorieën, namelijk (1) groter dan 140 kW en kleiner dan 1 MW en (2) groter of gelijk aan 1 MW. Door een aanzienlijk schaalvoordeel is het wenselijk om onderscheid te maken in de systeemgrootte van projecten, om op deze manier recht te doen aan de verschillende kosten. Daarom is er bij zonthermie, net zoals bij zon-PV vorig jaar is gedaan, gekozen voor een splitsing van de categorie, met een scheiding bij een vermogen van 1 MW.

Energie uit geothermie
In 2018 wordt de SDE+ opengesteld voor projecten in de categorieën geothermie met een minimale diepte van 500 meter, geothermie met een minimale diepte van 3500 meter en uitbreidingsprojecten die gebruik maken van een minimaal één extra put. Er worden geen aparte categorieën voor stadsverwarming en warmteopwekking in een enkele verlaten olie-of gasput opengesteld, vanwege de hoge kostprijs en/of onduidelijkheden over de praktische toepassing. Daarnaast wordt geen onderscheid gemaakt naar het type afnemer van warmte (bijvoorbeeld stadsverwarming). Het gebruik van een verlaten olie- of gasput wordt toegestaan onder de categorie geothermie met een minimale diepte van 500 meter. Hiervoor wordt derhalve geen extra subsidie gegeven.

Energie uit water
De SDE+ zal in 2018 ook open staan voor hernieuwbare energieprojecten met de inzet van waterkracht (inclusief renovatie van bestaande waterkrachtcentrales) en osmose. De technieken voor energie uit water komen, met uitzondering van de categorie renovatie van bestaande waterkrachtcentrales, nog boven de € 0,13/kWh. Om die reden kunnen deze projecten indienen voor het maximaal toegestane basisbedrag van € 0,13/kWh.

Overige regelingen binnen de SDE+ middelen
De SDE+ regeling is erop gericht om de uitrol van hernieuwbare energie te bespoedigen. Naast de SDE+ regeling worden de SDE+ middelen ook gebruikt voor andere regelingen, namelijk voor de tenderregelingen voor windenergie op zee, de Investeringssubsidie duurzame energie (ISDE), de hernieuwbare energieregeling en de Regeling monomestvergisting 2017.

ISDE
Sinds 1 januari 2016 staat de ISDE-regeling open. Met de regeling wordt de aanschaf van kleinschalige installaties voor de productie van hernieuwbare warmte gestimuleerd. Dit zijn installaties zoals zonneboilers, biomassaketels en warmtepompen met een klein vermogen. De bekendheid van de regeling groeit nog steeds, waardoor het de verwachting is dat er in 2018 veel aanvragen worden ingediend. Wiebes stelt de regeling in 2018 daarom open met een subsidieplafond van € 100 miljoen (€ 10 miljoen meer dan in 2017). Daarbij wordt de regeling verbreed zodat ook gemeenten en provincies gebruik kunnen maken van de regeling.

Hernieuwbare energieregeling
De hernieuwbare energieregeling staat nog tot eind maart 2018 open met een budget van € 50 miljoen voor innovatieve projecten die kunnen leiden tot kostprijsreductie in de SDE+.

Gepubliceerd op 06-12-2017